China: Verjaardag van vernietigend VN-rapport over Xinjiang moet aanzetten tot actie
Vandaag, een jaar na de publicatie van het vernietigende VN-rapport over Xinjiang, herinnert Amnesty International aan de noodzaak om China ter verantwoording te roepen voor misdaden tegen de mensheid. De reactie van de internationale gemeenschap is “volstrekt ontoereikend” volgens de mensenrechtenorganisatie.
Op 31 augustus 2022 publiceerde het VN-Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) zijn langverwachte beoordeling van de mensenrechtensituatie in de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang. Het rapport concludeert dat schendingen door de Chinese regering van de mensenrechten van Oeigoeren en andere overwegend islamitische minderheden – waaronder foltering en massale opsluiting in interneringskampen – “misdaden tegen de mensheid” kunnen vormen.
“In plaats van onmiddellijk in actie te komen op basis van de bevindingen uit het rapport over ernstige schendingen van het internationaal recht in de regio, heeft de internationale gemeenschap - inclusief belangrijke onderdelen van de VN zelf - afgezien van het soort resolute stappen die nodig zijn om gerechtigheid, waarheid en herstel voor de slachtoffers te bevorderen”, aldus Sarah Brooks, adjunct-regionaal directeur voor China van Amnesty International.
De beoordeling van het OHCHR over Xinjiang werd uitgebracht op de laatste dag van de ambtstermijn van de vorige Hoge Commissaris, Michelle Bachelet. De publicatie ervan had ernstige vertraging opgelopen, Bachelet had een jaar eerder immers al aangegeven dat het rapport “werd afgerond”.
In een ontwerpbrief aan Bachelet, die uitlekte door de media, hadden de Chinese autoriteiten er naar verluidt bij de Hoge Commissaris op aangedrongen om het rapport over de situatie in Xinjiang “niet te publiceren”.
In oktober 2022 verwierpen de lidstaten van de VN-Mensenrechtenraad met een kleine marge een resolutie die zou oproepen tot een debat over het rapport. Vijftig deskundigen die door de Raad zelf benoemd werden, hadden opgeroepen tot een speciale zitting over de kwestie (de Speciale Procedures).
De opvolger van Bachelet, Volker Türk, beloofde in december 2022 om “persoonlijk in gesprek te gaan met de (Chinese) autoriteiten” over de ernstige mensenrechtenschendingen die in het rapport aan het licht worden gebracht. Zijn publieke opvolging van de kwestie was verder echter minimaal.
Türk beperkte zich tot een verklaring in maart 2023 dat zijn kantoor “communicatiekanalen” met Peking had geopend, en een in juni 2023 waarin hij de inspanningen van zijn kantoor herhaalde om te streven naar “een grotere betrokkenheid”.
“We hebben nationale en internationale functionarissen nodig, waaronder mensenrechtenexperts zoals de Hoge Commissaris, om alle middelen te gebruiken die tot hun beschikking staan - zowel publiek als privé - om zinvolle veranderingen in het repressieve beleid van China te realiseren, onder andere door een openhartige, op feiten gebaseerde dialoog aan te gaan met de autoriteiten over hun mensenrechtenschendingen”, aldus Brooks.
De beoordeling van het OHCHR weerspiegelt de rapportage van Amnesty International en andere geloofwaardige organisaties, waarin patronen van foltering of andere mishandeling werden gedocumenteerd, evenals incidenten van seksueel en gendergerelateerd geweld, naast een waslijst van mensenrechtenschendingen.
Uit het VN-rapport blijkt dat de “omvang van de willekeurige en discriminerende detentie van leden van Oeigoerse en andere overwegend islamitische groepen… internationale misdaden kunnen vormen, in het bijzonder misdaden tegen de mensheid.” Het rapport voegde eraan toe dat “de voorwaarden aanwezig blijven voor het voortduren en herhalen van ernstige schendingen”, waardoor een snelle en effectieve inspanning om de situatie aan te pakken des te urgenter wordt.
De verjaardag van het rapport valt in dezelfde week dat president Xi Jinping een verrassingsbezoek aan de stad Urumqi in Xinjiang bracht. Hierin riep hij ambtenaren op om “illegale religieuze activiteiten” nog strenger te beperken. De Chinese autoriteiten hebben herhaaldelijk beschuldigingen van mensenrechtenschendingen in de regio naast zich neergelegd.
“Het eenjarig bestaan van het OHCHR-rapport moet een wake-up call zijn voor de internationale gemeenschap om tot actie te komen. De behoefte aan een onafhankelijk internationaal mechanisme om misdrijven volgens het internationaal recht en andere ernstige mensenrechtenschendingen in Xinjiang te onderzoeken is nog altijd even dringend.
De familie van degenen die willekeurig zijn vastgezet, met geweld verdwenen of mishandeld, willen en verdienen een antwoord en verantwoording, geen vertraging en compromissen”, aldus Brooks.
Sinds 2017 is er uitgebreide documentatie beschikbaar, onder meer van door de VN-Mensenrechtenraad zelf benoemde deskundigen (de Speciale Procedures), van het harde optreden van China tegen Oeigoeren, Kazachen en andere overwegend islamitische etnische minderheden in Xinjiang, onder het mom van terrorismebestrijding.
In 2021 toonde een uitgebreid rapport van Amnesty International al aan dat de systematische, door de staat georganiseerde massale gevangenneming, foltering en vervolging door de Chinese autoriteiten neerkwamen op misdaden tegen de mensheid.
De campagne van Amnesty International Bevrijd de gevangenen van Xinjiang heeft tot nu toe het verhaal verteld van 126 personen die behoren tot de misschien wel een miljoen of meer mensen die sinds 2017 willekeurig worden vastgehouden in interneringskampen en gevangenissen in Xinjiang.'